Germaanse stammen stormen het Romeinse rijk binnen vanaf omstreeks 250 na Christus. De macht van dit eens zo grootse rijk brokkelt nu af. De indringers zoeken nieuwe woongebieden, maar het is tegelijk een rooftocht. In dat Romeinse rijk is immers een rijkdom waar zij alleen maar van dromen konden.

Nog eens 150 jaar later roept de keizer de Romeinse troepen langs de grenzen terug. Zij moeten Italië zelf verdedigen. Maar dat lukt niet. De Germanen stoten door tot het hart van het rijk. En zo dringen zij op de oude hoofdstad aan. Het zwaard hangt letterlijk boven de keizer. Er volgt een lange strijd. Overal wordt gevochten. De stad wordt geplunderd en archieven worden in brand gestoken! Het eens zo machtige Rome valt.